naamwoord
Nederlands
Woordafbreking
- naam·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van naam en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naamwoord | naamwoorden |
verkleinwoord | naamwoordje | naamwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
naamwoord o
- (grammatica) een woord dat een persoon of zaak noemt, bepaalt of aanduidt
- Substantieven zijn zelfstandige naamwoorden, adjectieven zijn bijvoeglijke naamwoorden.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- naamwoordelijk, naamwoordgroep, naamwoordsvorm
Vertalingen
1. een woord dat een persoon of zaak noemt, bepaalt of aanduidt
Gangbaarheid
- Het woord naamwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'naamwoord' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.