naamwoord

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naam·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naamwoord naamwoorden
verkleinwoord naamwoordje naamwoordjes

Zelfstandig naamwoord

naamwoord o

  1. (grammatica) een woord dat een persoon of zaak noemt, bepaalt of aanduidt
    • Substantieven zijn zelfstandige naamwoorden, adjectieven zijn bijvoeglijke naamwoorden. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord naamwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA /ˈnɑːmvuə̯rt/   geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord naamwoord naamwoorde

Zelfstandig naamwoord

naamwoord

  1. (grammatica) naamwoord
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.