mortier
[1] Mortier
![](../I/m/60mm_mortar_M60.jpg)
[2] Mortier
![](../I/m/2-Mortars-Ft-Wright.jpg)
[3] Mortieren
Nederlands
Woordafbreking
- mor·tier
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vuurmond met zeer korte loop’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [1]
- Via het Frans van het Latijnse “mortarium” (vijzel)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mortier | mortieren |
verkleinwoord | mortiertje | mortiertjes |
Zelfstandig naamwoord
mortier m/o
- (gereedschap) een kom waarin met een stamper allerlei stoffen fijn gestampt of fijngewreven worden
- De korrel worden in de mortier tot poeder gewreven.
- (militair) een klein soort kanon waarmee granaten worden afgeschoten
- De granaten laat met uit de hand in de loop van de mortier vallen.
- (militair) een kort kanon met een fors kaliber
Synoniemen
- [1] vijzel, stampot, stamvat
Vertalingen
1. een kom waarin met een stamper allerlei stoffen fijn gestampt of fijngewreven worden
Gangbaarheid
- Het woord mortier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mortier' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Frans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
mortier | le mortier | mortiers | les mortiers |
Zelfstandig naamwoord
mortier m
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.