mortel
Nederlands
Woordafbreking
- mor·tel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘metselspecie’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mortel | mortels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) mengsel waarmee wordt gewerkt (bij het metselen, stukadoren, pleisteren etc.)
Verwante begrippen
- metselkalk, specie
Vertalingen
1. mengsel waarmee wordt gewerkt...
Gangbaarheid
- Het woord mortel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mortel' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "mortel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- mortel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Frans
Bijvoeglijk naamwoord
mortel
- (spreektaal) te gek, heftig, vet
- «La soirée au Palaccio, elle était mortelle!»
- Die avond in het Palaccio was echt vet! [1]
- «La soirée au Palaccio, elle était mortelle!»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.