linguïstiek

Nederlands

Uitspraak

Geluid: linguïstiek (hulp, bestand)

Woordafbreking

lin·gu·is·tiek

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	linguïstiek	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

linguïstiek v

wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft

Synoniemen

taalkunde, taalwetenschap

Hyponiemen

computerlinguïstiek, etnolinguïstiek, interlinguïstiek, neurolinguïstiek, paralinguïstiek, psycholinguïstiek, sociolinguïstiek, tekstlinguïstiek

Verwante begrippen

fonetiek, fonologie, fraseologie, linguïst, linguïstisch, literatuurwetenschap, logopedie, morfologie, semantiek, syntaxis, taalbeheersing

Vertalingen

1. wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft

Pools: lingwistyka ^(pl) v
Spaans: lingüística ^(es) v, ciencia del lenguaje ^(es) v
Vietnamees: ngông ngữ học ^(vi)
Welsh: ieithyddiaeth ^(cy) v

Gangbaarheid

Het woord linguïstiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'linguïstiek' herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.