fraseologie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fra·seo·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘woordkeus van een schrijver’ voor het eerst aangetroffen in 1885 [1]
  • afgeleid van frase met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fraseologie fraseologieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

fraseologie v

  1. (taalkunde) verzameling van gezegden, uitdrukkingen en idioom
  2. (taalkunde) zinsbouw en woordgebruik van een spreker of schrijver
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord fraseologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.