levendig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ven·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘beweeglijk’ voor het eerst aangetroffen in 1399 [1]
  • afgeleid van levend met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen levendiglevendigerlevendigst
verbogen levendigelevendigerelevendigste
partitief levendigslevendigers-

Bijvoeglijk naamwoord

levendig

  1. vol opgewekte drukte
    • Het levendige gesprek nam een verrassende wending. 
  1. voor de geest kunnende halen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord levendig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.