opgewekt
Nederlands
Woordafbreking
- op·ge·wekt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van opwekken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van op bw en gewekt ww
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opwekken |
opgewekt
- voltooid deelwoord van opwekken
- De door de windmolen opgewekte stroom wordt aan het net afgegeven.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opgewekt | opgewekter | opgewektst |
verbogen | opgewekte | opgewektere | opgewektste |
partitief | opgewekts | opgewekters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
opgewekt
- in een actieve en positieve stemming
- Hij was in opgewekte bui.
Gangbaarheid
- Het woord opgewekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opgewekt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.