rap

(heteroniem)

• Bijvoeglijk naamwoord
  • Geluid:  rap    (hulp, bestand)
• Zelfstandig naamwoord
  • Geluid:  rap    (hulp, bestand)

• rap

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ritmische manier van praten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1986 [1]
• In de betekenis van ‘vlug’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]

rap

1. snel, vlug.

1. • Sorry, maar dat rappe tempo kan ik niet bijhouden. 

1. • Mevrouw Maillard had maar één zoon en ze had veel bewondering voor directeuren. Dus zag ze Albert al als directeur van een bank, en reken maar dat ze meteen enthousiast was en ervan overtuigd was dat hij zich 'met zijn intelligentie' rap naar de top zou opwerken. [2] 

• rappig, rapzak, rapziekte

rap v/m

1. (muziek) een muziekstijl gekarakteriseerd door het ritmisch voordragen van tekst op een beat

1. • Ik hou van allerlei soorten muziek: rap, funk, soul. 

rap v/m

1. rapnummer

1. • Het gedicht werd vertaald in een eigentijdse rap. 

1. • De raps van de MC werden ondersteund door een vette beat van de dj. 

• claprap, gangstarap, gangsterrap, jazzrap, nederrap

• rapcrew, rapdiss, rapmuziek, rappen

rap

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rappen
   

   • Ik rap. 

2. gebiedende wijs van rappen
   

   • Rap! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rappen
   

   • Rap je? 

• Het woord rap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rap' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

rāp m

1. touw