levendigheid
Nederlands
Woordafbreking
- le·ven·dig·heid
Zelfstandig naamwoord
levendigheid v
- vol met leven zijnde, enthousiast, dartel, vitaliteit, animo
- Met veel levendigheid praatte de 100 jarige vrouw over haar jeugd en toen ze haar man had ontmoet.
- Allegro assai is een muziekterm die 'met grote levendigheid' betekent
Gangbaarheid
- Het woord levendigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.