hevig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hevig    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɦevəx/, /'ɦevəɣə/
Woordafbreking
  • he·vig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘sterk, erg’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • Naamwoord van handeling van heffen ?? met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hevighevigerhevigst
verbogen hevigehevigerehevigste
partitief hevigshevigers-

Bijvoeglijk naamwoord

hevig

  1. sterk in mate
    • De regen werd gevolgd door een nog hevigere stortbui. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
hevig heviger het hevigst

Bijwoord

hevig

  1. in sterke mate
    • Hij was hevig geschrokken van het ongeluk waar hij maar ternauwernood aan ontkomen was. 

Gangbaarheid

  • Het woord hevig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.