levend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlevənt/
Woordafbreking
  • le·vend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen levend
verbogen levende
partitief levends

Bijvoeglijk naamwoord

levend [2]

  1. waarin de processen die een organisme laten functioneren nog werken
  2. (muziek) niet afkomstig van een geluidsdrager, maar direct door een aanwezige muzikant of zanger voortgebracht
  3. (figuurlijk) nog functionerend
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
leven

levend

  1. onvoltooid deelwoord van leven

Gangbaarheid

  • Het woord levend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.