leiding
Nederlands
Woordafbreking
- lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
1, 2 en 4 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | leiding | - |
verkleinwoord | - | - |
3 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | leiding | leidingen |
verkleinwoord | leidinkje | leidinkjes |
Zelfstandig naamwoord
leiding v [1]
- het bepalen wat een groep of organisatie behoort te doen
- Hij nam de leiding over toen bleek dat Jan de weg kwijt was.
- (bedrijfskunde) diegenen die het beheer in handen hebben
- De leiding van deze beweging is over een aantal belangrijke zaken onderling verdeeld.
- een buis, pijp of slang die een vloeistof, gas of kracht van de ene plaats naar de andere geleidt
- Door de hoge druk ontstond er een lek in de leiding.
- (elektrotechniek) draad (meestal van koper) waardoor stroom kan vloeien
- een koppositie in een wedstrijd of competitie
- Twee Nederlanders nemen momenteel de leiding.
- het leiden (zie bijv. handleiding)
Synoniemen
- [1] leidinggeven
- [2] leidinggevenden, management
- [3] buis, slang
- [5] koppositie
Hyponiemen
|
|
|
Afgeleide begrippen
- leidingbeugel, leidingbuis, leidingdraad, leidingdruk, leidinggeven, leidingkarakteristiek, leidingnet, leidingstraat, leidingwater
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1. het bepalen wat een groep of organisatie behoort te doen
3. een buis, pijp of slang die een vloeistof...
Gangbaarheid
- Het woord leiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leiding' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.