kosmos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kos·mos
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘heelal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1846 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kosmos -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kosmos m

  1. (astronomie) het gehele tijd-ruimte continuüm waarin wij bestaan, samen met alle materie en energie
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kosmos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.