satelliet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·tel·liet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kunstmaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hemellichaam dat een ander begeleidt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1763 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord satelliet satellieten
verkleinwoord satellietje satellietjes

Zelfstandig naamwoord

satelliet m

  1. (elektronica) (ruimtevaart) kunstmaan
    • Op een heldere nacht kun je in de lucht satellieten zien. 
  1. (astronomie) een hemellichaam dat een baan beschrijft om een ander, groter hemellichaam
Hyponiemen
  • infraroodsatelliet
  • killersatelliet
  • kunstsatelliet
  • maansatelliet
  • verkenningssatelliet
  • waarnemingssatelliet
  • weersatelliet
  • woonsatelliet
Afgeleide begrippen
  • satellietdatum
  • satellietfoto
  • satellietfrequentie
  • satellietgegeven
  • satellietkaart
  • satellietkanaal
  • satellietland
  • satellietnavigatie
  • satellietnavigatiesysteem
  • satellietnavigator
  • satellietnevel
  • satellietomroep
  • satellietontvangst
  • satellietontvangststation
  • satellietpositie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord satelliet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.