indolent
Nederlands
Woordafbreking
- in·do·lent
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans (zonder pijn) [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | indolent | indolenter | indolentst |
verbogen | indolente | indolentere | indolentste |
partitief | indolents | indolenters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
indolent [2]
- Voor Sluijters' favoriete zwarte model Tonia, noch voor de 'schijnbaar indolente' Stieltjes vormde Mondriaans reputatie van een dolende in de abstractie een belemmering om vanaf hun eerste ontmoeting een `intense bewondering' voor de man en zijn werk op te vatten. Naar verluidt waren zij op deze 'blanke ziel' geattendeerd door de kunstcriticus en onderdirecteur van het Rijksmuseum Willem Steenhoff. [3]
- En na een onverschillige en indolente blik op alle gevangenen beval hij de officier van de wacht hen fatsoenlijk te kleden en te verzorgen voordat ze aan de maarschalk werden voorgeleid. [4]
Gangbaarheid
- Het woord indolent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'indolent' herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- indolent op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Hanssen, Léon De schepping van een aards paradijs 2015 ISBN 978-90-214-5810-6 pagina 91
- Tolstoj, L.N. Oorlog en Vrede Deel 4 Vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes 2006 ISBN 9028240462 pagina 1226
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.