melig

• Geluid:  melig    (hulp, bestand)

• me·lig

• van Middelnederlands melich; afgeleid van meel met het achtervoegsel -ig [1][2]
  • [1] in de betekenis van ‘flauw’ voor het eerst aangetroffen in 1721 [3]

melig

1. flauw-grappig

1. • Een melige opmerking. 

2. lusteloos, verveeld

1. • Een melige bui. 

2. overdreven romantisch of sentimenteel

1. • Op die manier wordt "Goodbye Solo" het aangrijpende en ontroerende, maar nergens sentimentele verhaal van de ongewone relatie tussen twee totaal verschillende mannen, waarvan de ene symbool staat voor het geloof in de Amerikaanse droom, terwijl de andere iets te vaak ontgoocheld is geworden om nog in iets of iemand te geloven. Het klinkt misschien melig, maar dat is het niet geworden, onder meer omdat Ramin Bahradi zijn personages en hun beweegredenen voldoende mysterieus houdt. [4]

1. • Ken je ook van die koppels die constant overdreven lieve en melige berichtjes naar elkaar sturen via Facebook? [5]

2. (voeding) flauw van smaak, weinig smaak hebbend

1. • Een melige smaak. 

2. meelachtig

• meligheid

• Het woord melig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'melig' herkend door: