actief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  actief    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑk'tif/
Woordafbreking
  • ac·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werkzaam’ voor het eerst aangetroffen in 1580 [1]
  • afgeleid van actie met het achtervoegsel -ief
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen actiefactieveractiefst
verbogen actieveactievereactiefste
partitief actiefsactievers-

Bijvoeglijk naamwoord

actief

  1. (druk) met iets bezig zijnde
    • Hoe vaak bent u actief op het WikiWoordenboek? 
    • Veel mensen houden van een actieve vakantie waarin ze bewegen en een grote hoeveelheid culturele activiteiten ondernemen. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

actief

  1. op actieve wijze
    • Tevens beschrijft het artikel op welke onderwerpen bewust en actief gestuurd moet worden om structurele verbeteringen door te kunnen voeren. 

Gangbaarheid

  • Het woord actief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.