lijzig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lij·zig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘irritant langzaam’ voor het eerst aangetroffen in 1682 [1]
  • afgeleid van lijs (suf persoon) met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lijziglijzigerlijzigst
verbogen lijzigelijzigerelijzigste
partitief lijzigslijzigers-

Bijvoeglijk naamwoord

lijzig

  1. saai, sloom, langzaam
  2. (informeel) slungelig
    • Hij heeft echt een lijzige uitstraling. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • lijzigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lijzig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.