dromerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dro·me·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van dromen met het achtervoegsel -erig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dromerigdromerigerdromerigst
verbogen dromerigedromerigeredromerigste
partitief dromerigsdromerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

dromerig

  1. geneigd tot dagdromen en mijmeren
    • Tijdens zijn volgende verlof was Cécile er dromerig en betoverd met het puntje van haar wijsvinger overheen gegaan, wat Alberts stemming er niet beter op had gemaakt. [1] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • dromerigheid

Gangbaarheid

  • Het woord dromerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 16
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.