helikopter

Een 'conventionele' helikopter met één hoofdrotor (hefschroef) en een staartrotor.
Een CH-47 "Chinook" helikopter met twee rotors – zonder staartrotor.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·li·kop·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans (hélicoptère), oorspronkelijk uit het Oudgriekse  ἕλιξ zn  (helix, spiraal) en  πτερόν zn  (vleugel); in de betekenis van ‘hefschroefvliegtuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1900 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord helikopter helikopters
verkleinwoord helikoptertje helikoptertjes

Zelfstandig naamwoord

helikopter m

  1. (luchtvaart) luchtvaartuig dat d.m.v. een hefschroef verticaal kan opstijgen en landen
    • De landende helikopter liet het stof opvliegen. 
Schrijfwijzen
  • helicopter (tussen 1954 en 1996 "toegelaten" in de officiële spelling)
Synoniemen
Opmerkingen
  • Tot begin jaren vijftig van de twintigste eeuw werd het woord nog op zijn Frans als "hélicoptère" uitgesproken en geschreven. Nadien werd meer en meer de "Engelstalige" uitspraak gangbaar. In de Woordenlijst Nederlandse taal van 1954 was "helikopter" de voorkeurspelling en was de schrijfwijze "helicopter" toegelaten. Na de spellingherziening die in 1996 van kracht werd is de officiële spelling uitsluitend "helikopter". [3][2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord helikopter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord helikopter helikopters

Zelfstandig naamwoord

helikopter

  1. helikopter


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hεliˈkʌbdʌ /, / heliˈkʌbdʌ /
Woordafbreking
  • he·li·kop·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Griekse woorden helix (spiral) en pteron (vleugel)
Naar frequentie 2568
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   helikopter     helikopteren     helikoptere     helikopterne  
genitief   helikopters     helikopterens     helikopteres     helikopternes  

Zelfstandig naamwoord

helikopter, g

  1. (luchtvaart) helikopter



Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / həlɪˈkɔptəɾ /
Woordafbreking
  • he·li·kop·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Griekse woorden helix (spiral) en pteron (vleugel)
Naar frequentie 3807
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   helikopter     helikopteret
helikoptret  
  helikopter
helikoptre  
  helikoptra
helikoptrene  
genitief   helikopters     helikopterets
helikoptrets  
  helikopters
helikoptres  
  helikoptras
helikoptrenes  

Zelfstandig naamwoord

helikopter, o

  1. (luchtvaart) helikopter

Zelfstandig naamwoord

helikopter, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van helikopter
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / həlɪˈkɔptəɾ /
Woordafbreking
  • he·li·kop·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Griekse woorden helix (spiral) en pteron (vleugel)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   helikopter     helikopteret     helikopter     helikoptera  

Zelfstandig naamwoord

helikopter, o

  1. (luchtvaart) helikopter

Zelfstandig naamwoord

helikopter, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van helikopter



Turks

Woordafbreking
  • he·li·kop·ter
enkelvoud meervoud
nominatief   helikopter     helikopterler  
genitief   helikopterin     helikopterlerin  
datief   helikoptere     helikopterlere  
accusatief   helikopteri     helikopterleri  
locatief   helikopterde     helikopterlerde  
ablatief   helikopterden     helikopterlerden  

Zelfstandig naamwoord

helikopter

  1. (luchtvaart) helikopter
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.