rotor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘schroef’ voor het eerst aangetroffen in 1907 [1]
  • afgeleid van het Latijnse rotare (draaien) met het achtervoegsel -or [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rotor rotoren
rotors
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

rotor m [3]

  1. (elektrotechniek) (motortechniek) draaiend anker in een elektromotor of dynamo
  2. (werktuigbouwkunde) horizontale schroef van een helikopter
  3. (scheepvaart) aandrijfmechanisme voor schepen, bestaande uit een verticale, draaiende cilinder die door de werking van de winddruk stuwkracht oplevert
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • compressorrotor, dynamorotor, motorrotor, startmotorrotor
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rotor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.