handwerken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van handwerken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | handwerken | te handwerken | ||||||
toekomend | zullen handwerken | te zullen handwerken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gehandwerkt | te hebben gehandwerkt | ||||||
toekomend | gehandwerkt zullen hebben | gehandwerkt te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
handwerkend | gehandwerkt | ev. handwerk | mv. verouderd handwerkt | handwerke | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | handwerk | handwerkt | handwerkt | handwerkt | handwerkt | handwerken | handwerken | handwerken | |
verleden (o.v.t.) | handwerkte | handwerkte | handwerkte | handwerkte | handwerkte | handwerkten | handwerkten | handwerkten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal handwerken | zult/zal handwerken | zult/zal handwerken | zult handwerken | zal handwerken | zullen handwerken | zullen handwerken | zullen handwerken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou handwerken | zou handwerken | zou(dt) handwerken | zoudt handwerken | zou handwerken | zouden handwerken | zouden handwerken | zouden handwerken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gehandwerkt | hebt gehandwerkt | hebt/heeft gehandwerkt | hebt gehandwerkt | heeft gehandwerkt | hebben gehandwerkt | hebben gehandwerkt | hebben gehandwerkt | |
verleden (v.v.t.) | had gehandwerkt | had gehandwerkt | had gehandwerkt | hadt gehandwerkt | had gehandwerkt | hadden gehandwerkt | hadden gehandwerkt | hadden gehandwerkt | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehandwerkt hebben | zal/zult gehandwerkt hebben | zult/zal gehandwerkt hebben | zult gehandwerkt hebben | zal gehandwerkt hebben | zullen gehandwerkt hebben | zullen gehandwerkt hebben | zullen gehandwerkt hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehandwerkt hebben | zou gehandwerkt hebben | zou/zoudt gehandwerkt hebben | zoudt gehandwerkt hebben | zou gehandwerkt hebben | zouden gehandwerkt hebben | zouden gehandwerkt hebben | zouden gehandwerkt hebben |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.