handvat

Een emmer met een groen handvat.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handvat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑntfɑt/
Woordafbreking
  • hand·vat
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  hand   en  vat   , bij [1] in de betekenis "greep", bij [2] in de betekenis "bewaarplaats voor vloeistof"
[1]* enkelvoud meervoud
naamwoord handvat handvatten
verkleinwoord handvatje handvatjes
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord handvat handvaten
verkleinwoord handvaatje handvaatjes

Zelfstandig naamwoord

handvat o

  1. handgreep, het deel van een voorwerp waarmee men het kan verplaatsen, optillen of anderszins hanteren[1]
    • Het handvat was afgebroken. 
  1. (verouderd) lampetkan, kan met water om de handen te wassen[2]
    • ... (nadat de dienaars 't handwater uit een kostelijk handvat gereikt hadden) ... [3]
Verwante begrippen
Opmerkingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord handvat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.