handig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handig    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈɦɑndɪχ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɦɑndɪɣ/
Woordafbreking
  • han·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen handighandigerhandigst
verbogen handigehandigerehandigste
partitief handigshandigers-

Bijvoeglijk naamwoord

handig

  1. goed met de handen om kunnen gaan
    • Mijn handige buurman had de schutting snel geplaatst. 
  1. gemakkelijk mee om te gaan
    • Ik zal dat handige trucje zeker onthouden! 
    • Om 2 uur? Dat kan maar voor mij zou 4 uur handiger zijn. 
Vaste voorzetsels
  • handig zijn in
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord handig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.