onhandig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·han·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onhandigonhandigeronhandigst
verbogen onhandigeonhandigereonhandigste
partitief onhandigsonhandigers-

Bijvoeglijk naamwoord

onhandig

  1. niet goed met de handen om kunnen gaan
    • De onhandige man had al drie spijkers krom geslagen. 
  1. niet gemakkelijk om mee om te gaan
    • Wat een onhandig trucje is dat, zeg! 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onhandig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.