nalatenschap
Nederlands
Woordafbreking
- na·la·ten·schap
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘erfenisboedel’ voor het eerst aangetroffen in 1683 [1]
- afgeleid van nalaten met het achtervoegsel -schap [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nalatenschap | nalatenschappen |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord nalatenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nalatenschap' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.