eergisteren

Nederlands

Uitspraak

Geluid: eergisteren (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɪːrχɪstərə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɪːrɣɪstərə(n)/

Woordafbreking

eer·gis·te·ren

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: op de dag voor gisteren’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
van Middelnederlands (e)erg(h)isteren, samenstelling van eer en gisteren[2]

Bijwoord

eergisteren

(tijdrekening) de voorlaatste dag die voltooid is

- Vandaag is het zaterdag, gisteren was het vrijdag, eergisteren was het donderdag, morgen is het zondag en overmorgen is het maandag.

Synoniemen

eergister

Antoniemen

overmorgen

Verwante begrippen

gister, gisteren, morgen, overmorgen, vandaag, eereergisteren, eer-eergisteren, eereergister, eer-eergister

Vertalingen

1. de voorlaatste dag die voltooid is

Hongaars: tegnapelõtt ^(hu)
Italiaans: ieri l'altro ^(it)
Papiamento: antayera
Portugees: anteontem ^(pt)
Russisch: позавчера ^(ru)
Spaans: anteayer ^(es)
Swahili: juzi ^(sw)
Zoeloe: kuthangi ^(zu)

Gangbaarheid

Het woord eergisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eergisteren' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.