doven
![](../I/m/Fireman_extinguishing_a_brazier.jpg)
Doven.
Nederlands
Woordafbreking
- do·ven
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘uitdoen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1611 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doven /ˈdovə(n)/ |
doofde /ˈdovdə/ |
gedoofd /ɣəˈdoft/ |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
doven
- overgankelijk een vlam uit doen gaan
- De brandweer wist het vuur snel te doven.
- Iemand heeft het vuur gedoofd.
- Het vuur is vanzelf gedoofd.
Antoniemen
- aansteken, vlam vatten
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord doven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.