dove
Nederlands
Woordafbreking
- do·ve
Bijvoeglijk naamwoord
dove
- verbogen vorm van de stellende trap van doof
- Wat een dove kwartel ben je toch!
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dove | doven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
dove
- iemand die niet in staat is te horen
- In geschreven vorm is informatie ook voor doven goed toegankelijk.
Afgeleide begrippen
- dovekool, dovenetel, doveninstituut, dovenonderwijs, dovenschool, doventaal, doventelefoon, doventolk, dover
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doven |
dove
- aanvoegende wijs van doven
- Men dove alle kampvuren alvorens te vertrekken.
Gangbaarheid
- Het woord dove staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dove' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
dove
Werkwoord
dove
- verleden tijd van dive
Italiaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.