blussen

Blussen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blus·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
blussen
bluste
geblust
zwak -t volledig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘uitdoven’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Van be- en lessen.

Werkwoord

blussen

  1. overgankelijk het doven van een brand
    • De brandweer kon met moeite de brand blussen. 
  1. vloeistof over heet eten doen
    • Tijdens het bakken kun je het vlees blussen met wijn. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blussen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.