blussen
![](../I/m/Autobrand.jpg)
Blussen.
Nederlands
Woordafbreking
- blus·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
blussen |
bluste |
geblust |
zwak -t | volledig |
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
blussen
- overgankelijk het doven van een brand
- De brandweer kon met moeite de brand blussen.
- vloeistof over heet eten doen
- Tijdens het bakken kun je het vlees blussen met wijn.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- blusapparaat, blusauto, blusboot, blusdeken, blushelikopter, blusschuim, blusvliegtuig, blusvoertuig, bluswagen, bluswater
Vertalingen
1. het doven van een brand
Gangbaarheid
- Het woord blussen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blussen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.