courant
Nederlands
Woordafbreking
- cou·rant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gangbaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1554 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | courant | couranten |
verkleinwoord | courantje | courantjes |
Zelfstandig naamwoord
courant v
- (verouderd) klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws (die meestal dagelijks verschijnt)
Hyponiemen
- Staatscourant, kindercourant, prijscourant
Vertalingen
1. massamedium
Gangbaarheid
- Het woord courant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'courant' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | courant | couranter | courantst |
verbogen | courante | courantere | courantste |
partitief | courants | couranters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
courant
- wat gebruikelijk (in omloop) is
- Dit woord is niet erg courant meer.
- achtergevoegd: lopend
- Wilt u een rekening courant?
Synoniemen
- [1] gangbaar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.