courant

Couranten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cou·rant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gangbaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1554 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord courant couranten
verkleinwoord courantje courantjes

Zelfstandig naamwoord

courant v

  1. (verouderd) klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws (die meestal dagelijks verschijnt)
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord courant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

stellendvergrotendovertreffend
onverbogen courantcourantercourantst
verbogen courantecouranterecourantste
partitief courantscouranters-

Bijvoeglijk naamwoord

courant

  1. wat gebruikelijk (in omloop) is
    • Dit woord is niet erg courant meer. 
  1. achtergevoegd: lopend
    • Wilt u een rekening courant? 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Verwijzingen


Frans

  enkelvoud meervoud
  mannelijk   courant courants
  vrouwelijk   courante courantes

Bijvoeglijk naamwoord

courant

  1. gangbaar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.