breedte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • breed·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kortste afmeting’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
  • Afgeleid uit breed met het achtervoegsel -te.
enkelvoud meervoud
naamwoord breedte breedtes
breedten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

breedte v

  1. (wiskunde)afmeting loodrecht op de hoogte of de lengte
    • Als je de lengte en de breedte van een kamer weet kun je de oppervlakte berekenen. 
  1. (astronomie)(aardrijkskunde)de langs een meridiaan gemeten afstand in booggraden, vanaf de evenaar totaan een punt van beschouwing. Het hoogste punt, de pool, ligt op 90 graden noord of zuid.
    • Het was veel eerder mogelijk om op zee de breedte te bepalen met een sextant dan de lengte waarvoor een nauwkeurige klok nodig was. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord breedte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.