navigatie
Nederlands
Woordafbreking
- na·vi·ga·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘scheepvaart’ voor het eerst aangetroffen in 1549 [1]
- Naamwoord van handeling van navigeren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | navigatie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
navigatie v
- (economie)(scheepvaart) (verouderd) het scheepvaartverkeer
- De navigatie op de Middellandse Zee was indertijd zeer intensief.
- (scheepvaart) (luchtvaart) (ruimtevaart) het bepalen van de positie (standplaats) en de bepaling van de richting om naar een gewenste positie te gaan
- De Atlantis had op z'n ruimtereis ook problemen met de navigatie door computerstoring.
- (economie)(verkeer) het via de weg bereiken van een bestemming door middel van elektronische apparatuur en navigatiesatellieten
- Onze chauffeurs beschikken over moderne technieken op het gebied van routeplanning en elektronische navigatie .
- (informatica) het vinden van de de weg in een informatiesysteem
- De nieuwe software maakt de navigatie op onze site stukken eenvoudiger.
Synoniemen
- [1] scheepvaart
- [2] plaatsbepaling
Hyponiemen
- astronavigatie, broodkruimelnavigatie, doppler-navigatie, satellietnavigatie, traagheidsnavigatie
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Navigare necesse est (Scheepvaart is noodzakelijk), (devies van Rotterdam)
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord navigatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'navigatie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.