breedtecirkel
Nederlands
Woordafbreking
- breed·te·cir·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van breedte en cirkel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breedtecirkel | breedtecirkels |
verkleinwoord | breedtecirkeltje | breedtecirkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
breedtecirkel m
- (astronomie)(aardrijkskunde) een cirkel op het aardoppervlak, parallel aan de evenaar, waarop alle punten met gelijke geografische breedte (noord of zuid) liggen
- Utrecht ligt op de breedtecirkel van 52 graden noorderbreedte.
Vertalingen
1. een cirkel parallel aan de evenaar
Gangbaarheid
- Het woord breedtecirkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'breedtecirkel' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.