breed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • breed
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wijd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 851 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen breedbrederbreedst
verbogen bredebrederebreedste
partitief breedsbreders-

Bijvoeglijk naamwoord

breed

  1. van grote afmeting in de zijdelingse richting
    • Zo'n Hummer is wel een erg brede auto. 
  1. het ~ hebben: welvarend zijn
    • Zij hadden het niet zo breed in die akelige tijd. 
  1. bij een rechthoek de lengte van de korte zijde
    • het huis is 10 meter lang, 6 meter breed en 5 meter hoog. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

  • Het woord breed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
stellend attributiefvergrotend overtreffend
breedbreëbreërbreedste

Bijvoeglijk naamwoord

breed

  1. breed
  1. «Botman het gesê hy neem kennis dat die bespreking nou nie meer primêr oor die US gaan nie, maar oor die breër saak van Afrikaans in die hoër onderwys in ’n grondwetlike konteks.»
    Botman zei dat hij er kennis van genomen had dat de discussie nu niet meer in de eerste plaats over de Universiteit van Stellenbosch ging, maar over de bredere zaak van het Afrikaans in het hoger onderwijs binnen een grondwettelijke context.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.