noorderbreedte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • noor·der·breed·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noorderbreedte -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

noorderbreedte v

  1. (aardrijkskunde) de hoek die de verbindingslijn tussen een plek op het noordelijk halfrond en het middelpunt van de planeet met het vlak van de evenaar maakt
    • De noorderbreedte van Amsterdam bedraagt 52o22'. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord noorderbreedte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.