biometrie
Nederlands
Woordafbreking
- bio·me·trie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘meting van eigenschappen van levende wezens’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- met het voorvoegsel bio- en met het achtervoegsel -metrie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biometrie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
biometrie v
- wiskundige-statistische kant van de biologie
- verzameling van technieken die gericht zijn op het meten en vaststellen van alle meetbare eigenschappen van levende wezens, bijvoorbeeld ter identificatie
Vertalingen
1. wiskundige-statistische kant van de biologie
2. verzameling technieken gericht op het meten en vaststellen van alle meetbare eigenschappen van levende wezens
Gangbaarheid
- Het woord biometrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'biometrie' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bɪjɔmɛtrɪjɛ/
Woordafbreking
- bio·me·t·rie
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | biometrie | biometrie |
genitief | biometrie | biometrií |
datief | biometrii | biometriím |
accusatief | biometrii | biometrie |
vocatief | biometrie | biometrie |
locatief | biometrii | biometriích |
instrumentalis | biometrií | biometriemi |
Synoniemen
- biometrika v
Meer informatie
- Zie [[w:cs:biometrie
Verwijzingen
|Wikipedia]] voor meer informatie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.