bijna

Nederlands

Uitspraak

Geluid: bijna (hulp, bestand)
IPA: /'bɛɪ.na/

Woordafbreking

bij·na

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: op weinig na’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1]
samenstelling van bij en na [2]

Bijwoord

bijna

op zo'n manier dat het niet veel scheelt of iets is zo

- Hij had bijna genoeg geld om die auto te kopen.

- Bijna voldoende betekent meestal helemaal gezakt.

Synoniemen

bijkans, haast, nagenoeg, schier, vrijwel

Vertalingen

1. op zo'n manier dat het niet veel scheelt of iets is zo

Bretons: hogos ^(br), hogozik ^(br)
Bulgaars: почти ^(bg)
Chinees: 幾乎 ^(zh), 几乎 ^(zh)
Duits: fast ^(de)
Engels: almost ^(en), nearly ^(en)
Esperanto: preskaux ^(eo)
Fins: lähes ^(fi), melkein ^(fi)
Frans: presque ^(fr)
Grieks: σχεδόν ^(el)
Indonesisch: hampir ^(id), nyaris ^(id)
Italiaans: quasi ^(it)
Japans: ほとんど ^(ja)

Koreaans: 거의 ^(ko)
Latijn: paense ^(la)
Lets: gandrīz ^(lv)
Papiamento: kasi
Pools: prawie ^(pl)
Portugees: quase ^(pt)
Roemeens: aproape ^(ro)
Russisch: почти ^(ru) (pochti)
Spaans: casi ^(es)
Tsjechisch: skoro ^(cs), téměř ^(cs)
Zweeds: nästan ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord bijna staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijna' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.