schelen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: schelen (hulp, bestand)
IPA: /sxelə(n)/

Woordafbreking

sche·len

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘afwijken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1290 [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
schelen /'sxelə(n)/	scheelde /'sxeldə/	gescheeld /ɣə'sxelt/
zwak -d	volledig

Werkwoord

schelen

een verschil maken

- Dat scheelt een slok op een borrel.

Synoniemen

iets uitmaken

Vertalingen

1. een verschil maken

Duits: kümmern ^(de)
Engels: make a difference ^(en)

Frans: faire une différence ^(fr)
Spaans: importar ^(es)

Gangbaarheid

Het woord schelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schelen' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

"schelen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.