banen
Nederlands
Woordafbreking
- ba·nen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een weg maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1401 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
banen |
baande |
gebaand |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
banen
- wederkerend zich een weg ~: een pad maken waar er geen was, resoluut doordringen in iets
- Hij heeft zich een weg door het oerwoud gebaand.
Synoniemen
- effenen, egaliseren, vlakmaken, gladmaken, slechten, pionieren
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord banen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'banen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.