verwilderen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·wil·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwilderen |
verwilderde |
verwilderd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verwilderen
- ergatief vervallen in een staat van wildheid
- De tuin was in een paar weken tijd helemaal verwilderd.
Gangbaarheid
- Het woord verwilderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verwilderen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.