effenen
Nederlands
Woordafbreking
- ef·fe·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
effenen |
effende |
geëffend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
effenen
- overgankelijk gelijk of vlak maken
- Hij effende de weg voor zijn opvolger.
Vertalingen
1. gelijk of vlak maken
Gangbaarheid
- Het woord effenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'effenen' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.