afladen
Nederlands
Woordafbreking
- af·la·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en laden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afladen |
laadde af |
afgeladen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
afladen
- overgankelijk vrachtgoed van een scheepsdek of open wagen lossen
- De chauffeur heeft de vrachtwagen al bijna afgeladen.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- aflaadhaven, aflaadkosten, aflaadplaats, aflaadpolis, aflaadtoestel, aflader, aflading
Vertalingen
1. vrachtgoed van een dek of van open wagen lossen
Gangbaarheid
- Het woord afladen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afladen' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.