overladen
Nederlands
Woordafbreking
- over·la·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over bw en laden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overladen |
overlaadde |
overladen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
overláden
- overgankelijk een overmaat doen belanden op iemand, gewoonlijk in overdrachtelijke zin
- Het publiek overlaadde de zanger met gejuich en applaus.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overladen |
laadde over |
overgeladen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
óverladen
- overgankelijk een lading vanuit het ene voer- of vaartuig in het andere brengen
- In Rotterdam wordt veel vracht van de zeevaart overgeladen op de binnenvaart.
Gangbaarheid
- Het woord overladen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overladen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.