adresátův

Tsjechisch

Uitspraak

IPA: /adrɛsaːtuːf/

Woordafbreking

ad·re·sá·tův

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van het zelfstandig naamwoord adresát met het achtervoegsel -ův

Bijvoeglijk naamwoord

adresátův

de geadresseerde zijn; eigendom van de geadresseerde

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield	vrouwelijk	onzijdig	bezield	onbezield	vrouwelijk	onzijdig
nominatief	adresátův		adresátova	adresátovo	adresátovi	adresátovy		adresátova
genitief	adresátova		adresátovy	adresátova	adresátových
datief	adresátovu		adresátově	adresátovu	adresátovým
accusatief	adresátova	adresátův	adresátovu	adresátovo	adresátovy			adresátova
vocatief	adresátův		adresátova	adresátovo	adresátovi	adresátovy		adresátova
locatief	adresátově / adresátovu		adresátově	adresátově / adresátovu	adresátových
instrumentalis	adresátovým		adresátovou	adresátovým	adresátovými

Verwante begrippen

adresa v
adresátka v
adresátský

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.