geadresseerde
Nederlands
Woordafbreking
- ge·adres·seer·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geadresseerde | geadresseerden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
geadresseerde v/m
- ontvanger, de persoon aan wie een poststuk gestuurd wordt.
- De afzender zendt een brief naar de geadresseerde.
Gangbaarheid
- Het woord geadresseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geadresseerde' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.