absence
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
absence v
- (medisch) een kortstondig bewustzijnsverlies als gevolg van een stoornis in de hersenen
- Hij kreeg ineens een absence.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord absence staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'absence' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
Frans
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /apsɛntsɛ/
Woordafbreking
- ab·sen·ce
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans.
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | absence | absence |
genitief | absence | absencí |
datief | absenci | absencím |
accusatief | absenci | absence |
vocatief | absence | absence |
locatief | absenci | absencích |
instrumentalis | absencí | absencemi |
Synoniemen
- nepřítomnost v
Antoniemen
- prezence v
- přítomnost v
Afgeleide begrippen
- absenční
- absentismus m onbezield
- absentovat
Typische woordcombinaties
- neomluvená absence v
Verwante begrippen
- absentér m bezield
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.