ablaut
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ablaut (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɑp.lʌʊ̯t/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɑp.lɔʊ̯t/
- (Limburg): /ˈɑb.laʊ̯t/
Woordafbreking
- ab·laut
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘regelmatige klankwisseling’ voor het eerst aangetroffen in 1846 [1]
- uit het Duits [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ablaut | ablauten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ablaut m
- (taalkunde) een in zeer oude tijd tot stand gekomen regelmatige klinkerafwisseling
- De Nederlandse sterke werkwoorden vertonen klinkerafwisselingen die teruggaan op de Indo-Europese ablaut.
- (historische taalkunde) een in zeer oude tijd tot stand gekomen regelmatige klinkerafwisseling in het Indo-Europees
Gangbaarheid
- Het woord ablaut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ablaut' herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen. |
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ablaʊ̯̯t/
Woordafbreking
- ab·laut
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Duitse zelfstandig naamwoord Ablaut
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | ablaut | ablauty |
genitief | ablautu | ablautů |
datief | ablautu | ablautům |
accusatief | ablaut | ablauty |
vocatief | ablaute | ablauty |
locatief | ablautu | ablautech |
instrumentalis | ablautem | ablauty |
Synoniemen
- střída v
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.