aanklacht
Nederlands
Woordafbreking
- aan·klacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en klacht of van aanklagen [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanklacht | aanklachten |
verkleinwoord | aanklachtje | aanklachtjes |
Zelfstandig naamwoord
aanklacht v (soms m)
- (juridisch) bij de rechtbank ingediende beschuldiging of klacht
- De hondeneigenaar had een aanklacht bij de rechtbank ingediend tegen de te hoge hondenbelasting.
- een gesproken of geschreven beschuldiging
- Het pamflet was een grote aanklacht tegen het koloniale systeem.
Vertalingen
1. bij de rechtbank ingediende beschuldiging of klacht
Gangbaarheid
- Het woord aanklacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanklacht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.