Sinterklaas
Nederlands
Woordafbreking
- Sin·ter·klaas
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘heilige die kinderen op zijn verjaardag geschenken geeft’ voor het eerst aangetroffen in 1564 [1]
- samenstelling van sinter en klaas [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Sinterklaas | Sinterklazen |
verkleinwoord | Sinterklaasje | Sinterklaasjes |
Zelfstandig naamwoord
Sinterklaas m
- (middeleeuwen) Sint-Nicolaas wiens naamdag op 6 december valt
- Sinterklaas leefde in de derde en vierde eeuw in Klein-Azië.
- (cultuur) (feest) feest met cadeaus dat in Nederland, België en andere landen jaarlijks op 5 december wordt gevierd
- Kun jij ook niet wachten tot het weer Sinterklaas is?
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Verwante begrippen
|
|
Vertalingen
1. Sint-Nicolaas
2. feest met cadeaus dat in Nederland, België en andere landen jaarlijks wordt gevierd
Gangbaarheid
- Het woord Sinterklaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.